Afbeelding

fietskleding winter

Met de juiste kleding, doorsta je de winter en kun je van prachtige winterlandschappen genieten. 

Photo by Elena Aker on Unsplash

Winterse tocht? Kleed je goed aan!

Ben jij een van die bikkels die ook op de fiets stapt als de schaatsers zich aan de slootkanten verzamelen? Een fietstocht in de winter kan een prachtige uitdaging zijn, maar je moet je er natuurlijk wel goed op kleden. 

Als het kwik richting de nul graden zakt, voelt het op de fiets vaak nóg kouder. Door de wind die je zelf maakt, komt de gevoelstemperatuur vaak nog een beetje lager uit. Koude handen zijn een veel voorkomend probleem, en ook je voeten koelen door een combinatie van opspattend regenwater en de lage temperaturen razendsnel af. 

Het drielagenprincipe is ook in de winter nog altijd de basis voor een goede uitrusting. Een vochtafvoerende laag dicht op je lijf, een isolerende laag daarboven en dan als buitenste laag een winddichte en waterafstotende laag. Maar als de temperaturen écht laag zijn, kun je die drie lagen wel een beetje aanpassen op de omstandigheden en eventueel nog wat aanvullen. 

Waarom lagen?

Als je je in laagjes kleedt, kun je wat je draagt makkelijk aanpassen aan de omstandigheden. Een beetje warmer, of een beetje kouder. Met meerdere dunne laagjes kun je daar echt maatwerk van maken, zodat je het nooit koud of juist té warm krijgt. En dat is, zeker in de winter, niet onbelangrijk. Het verschil tussen jouw lichaamstemperatuur en de buitentemperatuur is immers enorm. Zeker als je niet voor een razendsnelle Strava-tijd gaat, maar af en toe eens afstapt voor een pauze, is het verstandig om snel en makkelijk iets warmers aan te kunnen trekken zodat je tijdens je pauze niet te veel afkoelt. Met laagjes kleding gaat dat het makkelijkst. 

Hoe pas je het drielagensysteem aan op winterse temperaturen?

Een makkelijke stap is een thermoshirt als basislaag. Die zijn vaak van synthetisch technisch materiaal, maar als je liever voor een natuurproduct kiest, kan je ook voor merinowol gaan. Merinowol voert vocht minder af, maar de isolerende en absorberende eigenschappen van de wol zorgen ervoor dat je daar desondanks geen last van hebt. Ook fijn: merinowol houdt geen geurtjes vast, dus mocht je ondanks de winterse temperaturen flink gaan zweten, dan ruik je dat niet.  

De isolerende tweede laag is uiteraard ook belangrijk. Daarmee hou je de warmte die je zelf door je inspanning opbouwt goed vast. Wel is van belang dat die laag goed ademt, zodat je basislaag het vocht goed af kan voeren. Ook hiervoor is merinowol een prima materiaal, wol isoleert uitstekend. 

Eventueel kun je de isolerende laag uit meerdere lagen laten bestaan, door over een extra shirt nog een bodywarmer aan te trekken. Let er wel op dat je de isolerende laag niet zo dik maakt, dat de derde laag er niet meer overheen past. 
Isoleren werkt alleen als je droog blijft en als de koude wind niet dwars door je kleding heen blaast. Als buitenste laag heb je daarom een goede windstopper of regenjas nodig, of een jack dat die twee combineert. 

Denk ook aan je benen

Bij hele lage temperaturen is het ook goed om naar je broek te kijken. Het is natuurlijk niet echt handig om rond je benen dezelfde drie lagen aan te brengen als rond je bovenlichaam. Gelukkig kunnen je benen over het algemeen iets meer kou weerstaan dan je bovenlichaam, dus is dat ook niet nodig. Toch is het verstandig om bij écht koud en nat weer te kijken naar een broek die enigszins gevoerd is, en waarvan de buitenkant vochtwerend is. Op die manier isoleert en beschermt je fietsbroek je benen. Zo voorkom je dat de kou echt in je spieren trekt en voorkom je dat je jezelf een blessure fietst.

Handschoenen, overschoenen en een muts

Zoals gezegd koelen je handen en je voeten tijdens een tocht door winterse omstandigheden razendsnel af. Goede handschoenen en goede wintersokken en -schoenen met de juiste overschoenen kunnen een hoop doen om te voorkomen dat je met verkleumde vingers en verkrampte tenen rondfietst. 

Vergeet ook je hoofd niet. Als het echt snijdend koud is, voel je dat al snel. Even is die koude winterlucht op je wangen en rond je oren lekker, maar na een tijdje is die lol wel verdwenen. Met een dunne muts onder je helm bescherm je je oren tegen de ergste kou. Een hoog opgetrokken nekwarmer, zoals een Buff of Necky, kan de onderste helft van je gezicht beschermen. En vergeet uiteraard je fietsbril niet.  

Kleed je niet té warm aan

Vergeet niet dat je fietsend wel een inspanning gaat leveren. Oftewel: ondanks alle kou krijg je het wel warm! En net zoals té koud, kun je het ook te warm krijgen. En dat is - zeker in de winter – geen pretje. Als begint te zweten gaat namelijk makkelijk mis. Als je nat en zweterig bent, verlies je veel meer warmte en door die klamme kleding krijg je het niet meer zo snel warm en zit je dik ingepakt alsnog te rillen van de kou.