Wat trek je aan? Lange of korte mouwen?

Je hebt voor een fietstocht vast wel eens voor je kledingkast staan twijfelen. Is het weer voor een lange broek en lange mouwen? Of is het weer voor een korte broek en korte mouwen? 

Een op het oog simpele vraag, maar vergis je niet. de juiste kleding kiezen is belangrijk. Niet alleen voor doorgewinterde wielrenners, maar ook als je een vakantietocht fietst, of gewoon lekker een eind wil rijden. De juiste kledingkeuze kan namelijk een hoop ongemakjes voorkomen. Van oververhitting, tot kramp door de kou. 

Welke kleding het beste bij jou past, is vaak erg persoonlijk. De een kan immers veel beter tegen de kou dan de ander, en waar de een pas bij een temperatuur ruim boven de twintig graden begint te zweten, zit een ander al veel eerder met klotsende oksels op de fiets. De juiste kledingkeuze is dus ook een kwestie van goed luisteren naar je lichaam. Toch zijn er een aantal vuistregels die helpen. 

15-20 graden en meer

Vanaf 15 graden kan je je fietskleding kort houden. Zeker als je doorfietst. Wel kan het verstandig zijn om als het bijvoorbeeld nog maar net boven de 15 graden uitkomt, een basislaag je onder je shirt en knie- en armstukken aan te trekken. Die trek je makkelijk uit als je het te warm krijgt, maar als dat niet zo is, beschermen ze de pezen en spieren rondom bijvoorbeeld je kniegewricht. 

Is het warmer? Dan moet je eerder nadenken over het afvoeren van zweet. Een dun zweethemd kan al helpen bij het afvoeren van al dat zweet, zodat je niet in van die plakkerige kleding rondfietst. Echter, veel moderne technische fietsshirts, voeren zweet al behoorlijk goed af waardoor dat niet nodig is. 
Is het erg zonnig? Zorg er dan wel voor dat je alle onbedekte huid goed insmeert, want ook al koelt je huid door de wind goed af, je kan nog altijd verbranden. Zelfs als het nauwelijks boven de 15 graden uitkomt. Ook belangrijk: hou voor pauzes een vestje bij de hand. Zeker als er een windje staat en je veel gezweet hebt, kun je het snel koud krijgen. 

5-15 graden

Onder de 15 graden wordt het zaak om alles lang te maken. Als het net geen 15 graden is, kun je soms nog net uit met en driekwartbroek, of arm- en beenstukken die je makkelijk uit kan trekken als je het erg warm krijgt, maar meestal zul je toch al aan de lange mouwen en broekspijpen moeten. Een basislaag onder je trui is ook goed voor de isolatie van je lijf. Een windstopper is ook een goed idee. 

Onder de 5 graden

Nu wordt het de truc om jezelf warm te houden. Dat betekent: laagjes aantrekken. Een lekkere gevoerde lange broek en een thermoshirt onder je kleding is nu wel een must. Denk ook aan bijvoorbeeld goede sokken en schoenen zodat je geen koude voeten krijgt en handschoenen met lange vingers. Omdat het op plekken en in jaargetijden met deze temperaturen ook vaak nat kan zijn, is het handig om te kijken naar een broek die waterdicht is, net als een goede regenjas en eventueel overschoenen. En vergeet bij deze temperaturen ook een muts niet. Een dun mutsje die onder je helm past, doet wonderen. 

Wisselvallig weer?

Uiteraard hebben we in de Lage Landen nogal eens te maken met wisselvallig weer. Zeker in het voor- en najaar kan je op één dag het idee hebben dat je alle vier seizoenen tegelijk meemaakt. En ook als je een fietstocht door bijvoorbeeld de bergen maakt, is de kans groot dat je meerdere weertypen in één fietstocht tegenkomt. Op fietstochten tijdens zulke dagen is het het beste om veel verschillende laagjes aan te trekken en een rugzakje mee te nemen om eventuele 'overtollige' laagjes in op te bergen en mee te nemen. Zo kun je je kleding makkelijk en snel aanpassen aan de omstandigheden.