Afbeelding

Afbeelding: Pexels

Fietsen met de hond: waar moet je op letten?

Grote hond of kleine hond? Fietskar of fietsmandje? Korte afstanden of lange afstanden? Wil je graag een fietstochtje maken met de hond, maar weet je niet waar je moet beginnen? Lees dan verder.

Zo pak je het aan

Er zijn veel manieren om je hond mee te nemen tijdens een fietstocht. De keuze wordt vooral bepaald door het type hond en het soort uitstapjes dat jullie willen ondernemen. Zorg er in ieder geval voor dat je hond goed vastzit en gewend is aan het verkeer om hem heen zodat hij niet schrikt en onverwachte sprongen maakt. Ook is het zaak dat je hond naar jouw commando’s kan luisteren en jou niet van de fiets trekt. Veiligheid, ook voor andere verkeersdeelnemers, is immers het allerbelangrijkst.

Dan begint het moeilijkst: de hond laten wennen aan de fiets. Bouw dit stap voor stap op, zeker als je merkt dat je hond het erg spannend vindt. Laat hem het tempo en de afstand bepalen en bouw het dan vanaf daar langzaam op. Dit kun je doen aan de hand van deze stappen:

Stap 1. Doe de hond een tuigje om, dan heb je de meeste controle over zijn doen en laten.

Stap 2. Houd de lijn kort, op zo’n manier dat de hond comfortabel naast de fiets kan lopen, maar niet de berm in kan duiken – of nog erger: oversteken voor je fiets langs.

Stap 3. Begin met enkele meters op een rustige weg, eventueel wandelend, in een gelijkmatig tempo. Hoe reageert je hond tot zover op de fiets en op het tempo? Gaat dit na een paar keren allemaal prima? Dan kun je langzaamaan de afstand of misschien zelfs het tempo opbouwen. Belangrijk hierbij is wel dat je naar elkaar blijft luisteren.

Ik ga op reis en ik neem mee…

Je hond is nu gewend aan naast jou lopen en dus kun je gezamenlijk fietstochtjes ondernemen. Waar moet je in ieder geval op letten?

  • Water en eten: net als een mens heeft een hond tussendoor ook af en toe eten en drinken nodig. Neem dus een opvouwbaar drink- of voerbakje mee en iets kleins voor onderweg om mee op te laden.
  • Schaduw: 20°C is de max voor meerennen naast de fiets. Voor honden op leeftijd, met een korte snuit of dikke vacht kan 15°C al te warm zijn. Ze kunnen de warmte niet kwijt door te zweten. Selecteer daarom je fietsroute op basis van of er voldoende schaduw onderweg is, bijvoorbeeld met stukjes door het bos. Hang een doek over de fietsmand, gebruik de huif van de fietskar als luifel en rits het muskietengaas open voor rijwind.
  • Een hondenriem: je zal maar moeten stoppen bij een supermarkt om even wat water voor jullie beiden te halen, of je in een zone bevinden waar het verplicht is om honden aan de lijn te houden. Neem voor de zekerheid altijd de hondenriem mee.
  • Een fietskar of fietsmand: hoe sportief je hond ook is, je ontkomt bijna niet aan een vervoersmiddel waarin je hond kan uitrusten. Voor de kleinere hondjes is een fietsmand hier geschikt voor, die je kunt vastmaken aan het stuur of vastzetten op de pakkendrager. Voor het formaat Duitse herders onder ons is een fietskar geschikter. Zo kan je hond zelf kiezen of hij met je meewandelt, of liever even bijkomt in een fietskar of fietsmandje en geniet van het uitzicht.
  • Zichtbaarheid. Als fietser is het belangrijk zichtbaar te zijn, dus ook wanneer je hond naast je loopt. Bevestig een lampje aan de halsband.
  • Verder is het raadzaam een terugtraprem te hebben of een speciaal systeem waardoor je je hond kunt verbinden aan je fiets. Zo heb je beiden handen vrij en verklein je de kans dat je van de fiets af wordt getrokken.