Afbeelding

beklimmingen Vuelta

De Puerto de Navacerrad, een van de laatste grote beklimmingen van de Vuelta 2022

Miguel303xm, CC BY-SA 2.5 , via Wikimedia Commons

Uitdagende beklimmingen van de Vuelta

De Vuelta stond lang niet bekend om haar spectaculaire beklimmingen. De Spaanse wielerronde bestond lange tijd vooral uit lange etappes over de uitgestrekte, maar vrij vlakke Spaanse hoogvlakte. Maar inmiddels is daar verandering in gekomen en krijgt de Vuelta steeds meer bekendheid om de steile heftige beklimmingen, waar wielergeschiedenis wordt geschreven. Deze beklimmingen zijn voor de échte durfals, die niet bang zijn voor kramp in de kuiten. 

Het Cantabrisch gebergte in: Pico del Jano

Het peloton gaat tijdens de zesde etappe echt de bergen in, en dan krijgen de renners het meteen voor de kiezen in het Cantabrisch gebergte. De eerste etappe heeft drie gecategoriseerde beklimmingen, waarvan twee van de eerste categorie. De finish op de Pico Jano ligt aan het eind van een van die beklimmingen. En dat is een pittige klim. De beklimming vanuit Bárcena de Pie de Concha is namelijk vrij onregelmatig, met steile stukken tot 9.7%, maar ook een wat vlakker deel van 2%. Gemiddeld ga je hier in 12.6 kilometer 6.5% omhoog. Eenmaal boven word je wel beloond met een prachtig uitzicht op de dorpjes Mogrovejo en Tannario aan de voet van de berg. Maar als het weer meezit, kun je tot aan Andorra kijken! 

Klimmen in Asturië: Collado Fancuaya en Les Praeres de Nava

De achtste etappe finisht op de Collado Fancuaya, een berg van de eerste categorie. De weg begint vanaf 19 kilometer voor de meet op te lopen, maar als de laatste tien kilometer aanbreken, begint de klim pas écht. Vanaf dat moment ga je omhoog met een helling van 8,5%, met uitschieters naar 11%. De route is nog vrij onbekend. Het is in 2022 voor het eerst dat de Vuelta de col aandoet, dat doen de renners vanuit de richting van Grau. Dat is ook de dichtstbijzijnde grotere plaats. De klim tot aan de finish is in 2019 verhard, speciaal voor de Vuelta. De klim is zwaar, maar probeer waar het kan toch van het uitzicht te genieten, want dat is spectaculair. Je fietst hier door smalle en groene rivierdalen, met het ene moment groene bomen om je heen, dan weer steile rotswanden. Hoger op de hellingen kom je op bergweides uit, waar zo nu en dan wat vee graast. Daarmee wordt ook het uitzicht weidser en heb je prachtig zicht op de bergtoppen om je heen. Dit deel van Asturië is vrij leeg en ongerept, waardoor je je, als je op een rustige dag de berg beklimt, je even helemaal alleen kan wanen. 

De volgende dag rijdt het peloton nog steeds tot Asturië. Weer een etappe met meerdere pittige beklimmingen, met de finale nogmaals boven op een klim van de eerste categorie: Les Praeres. Vanuit Nava rijdt het peloton erheen. Wie de renners achterna wil, moet over ijzersterke kuiten en goede stuurmanskunst beschikken. De weg naar boven is smal en ongelofelijk stijl, 3,9 kilometer bij een gemiddelde stijging van 12,9%, met in het begin uitschieters die tot 16% gaan. Eigenlijk rij je dus een muur op. Dat de klim ook nog onregelmatig is, zal het voor sommigen niet makkelijker maken. Gelukkig vlakt de klim richting de top wat af. Daardoor heb je hoger op de helling wat meer adem om om je heen te kijken. Neem boven vooral de tijd om op adem te komen, want je hebt hier wel een fantastisch uitzicht. Om je heen ligt het centrale gebied van Asturië en de Sierra de Peñamayor. 

Niet in de Vuelta, wel bijzonder: Alto de L’Angliru

De twee bovenstaande beklimmingen zijn zwaar, maar nog niet zo zwaar als de meest beroemde en gevreesde klim van Asturië, de Alto de L’Angliru. Deze klim staat ook bekend als ‘het monster van Asturië’. Sinds de beklimming in 1999 in het parcours van de Vuelta is opgenomen, staat deze beklimming bekend als een van de steilste van Europa. Het steilste deel van de beklimming heeft een helling van 23,6%. Niet voor niets staat dit deel van de klim bekend als Cueña les Cabres, het geitenpad. 

Sierra de la Pandera: het dak van Andalusië

In de laatste week van de Vuelta gaat het peloton naar het hoogste punt van Andalusië. De berg is inmiddels een bekende in de Vuelta, die hier al meerdere keren langs kwam. De klim van de Sierra de la Pandera begint in Jaén en bestaat vanuit daar min of meer uit twee delen. Het eerste deel is een klim in de tweede categorie naar de Puerto de Los Villares. Dan daalt de weg even om daarna al snel aan de klim naar de echte top te beginnen. Op de hellingen liggen veel olijfboomgaarden, maar in sommige bijna verborgen stukjes vind je nog de natuurlijke vegetatie met een aantal bijzondere boomsoorten die hier voorkomen. En of de klim zwaar is? Hij staat bekend als de Spaanse Mont Ventoux, dat moet genoeg zeggen. En net als op de echte Ventoux, is hier weinig schaduw. Dat kan vooral ’s zomers voor hele hoge temperaturen zorgen.   

Piornal, hoogtepunt van Extremadura

In de achttiende etappe gaat het peloton de hoogte in bij Piornal, de hoogstgelegen stad van de regio Extremadura. En hoe. Er wordt twee keer naar de stad toe geklommen. De eerste keer vanuit Garganta la Olla. Als het peloton na heel wat haarspeldbochten Piornal heeft bereikt, dalen de renners meteen weer af richting Barrado om een halve ronde te maken door de natuurgebieden in de omgeving. Via Valdastillas gaat het slingeren over haarspeldbochten weer omhoog. Beide beklimmingen zijn van de eerste categorie. 

Als je zelf naar Piornal gaat, is het helemaal geen raar idee om de twee beklimmingen niet achter elkaar te rijden en wat meer de tijd te nemen om de omgeving te bekijken, want het landschap van Extremadura is bijzonder en nog relatief ongerept!

Puerto de Navacerrada, de laatste klim van de Vuelta

De laatste bergetappe van de Vuelta is een zware. Er staan heel wat beklimmingen op het programma, waarvan één top twee keer wordt aangedaan. De Puerto de Navacerrada zal heel wat renners kramp in de kuiten gaan geven. Redelijk aan het begin van de etappe beklimt het peloton deze berg al, een beklimming van de eerste categorie. De klim door het landschap van het regionale natuurpark Cuenca Alta del Manzanares belooft een lust voor het oog te zijn. Daarna maakt het peloton een rondje van 150 kilometer door de regio om in de finale van de etappe de Puerto de Cotos op te klimmen. Ook een klim van de eerste categorie. Daar blijven de renners op hoogte, en rijden nog een paar redelijk vlakke kilometers naar de finish op de top van de eerste beklimming van de dag, de Puerto de Navacerrada. Wie zelf de klim naar de finish van de laatste bergetappe wil wagen, kan dus kiezen. Wel kunnen we zeggen dat beklimming van de Navacerrada iets steiler is dan die van de Cotos, dus weet waar je voor kiest!