Afbeelding

Cols pyreneeën

De kleine slingerweggetjes van de Col de Tourmalet vormen een walhalla voor fietsers met klimbenen.

Afbeelding Unsplash

Mythische Pyreneeëncols 

De Pyreneeën zijn een legendarisch fietsgebied. Dankzij de Tour de France die jaarlijks de bergen aandoet, zijn sommige cols in de Pyreneeën inmiddels wereldberoemd. Maar ook als je niet op jacht bent naar eeuwige roem en een gele trui, zijn de Pyreneeëncols een bezoekje waard. Want ruige natuur, schitterende vergezichten én uitdagende beklimmingen vormen ook een goed recept voor een fantastische en uitdagende fietstocht. 

De Route des Cols is die tocht. In een lange lijn van de Atlantische kust naar de kust van de Middellandse zee, rijgt de Route des Cols de meest illustere belklimmingen van de Pyreneeën aan elkaar. Een tocht van meer dan negenhonderd kilometer en bijna zestienduizend hoogtemeters. Dat kan je natuurlijk helemaal fietsen, maar je kan de route natuurlijk ook in delen doen. Een andere optie: fietsen op de fietsendrager en met de auto van hoogtepunt naar hoogtepunt. Hoe je het ook doet, zorg ervoor dat je deze hoogtepunten niet mist! 

Vallée du Louron

Een idyllische vallei in de Pyreneeën. In de vallei ligt het Lac de Génos-Loudenvielle. Een welkome plek voor een pauze, of voor een frisse duik. Die heb je waarschijnlijk wel nodig, want de vallei wordt omgeven door een paar stevige en beroemde cols: de Col d’Azet en de Col de Peyresourde. Hier kun je je echt even een renner uit de Tour wanen, want in de zeventiende etappe van de tour van 2021 rijdt het peloton over deze twee cols. Heb je niet de puf om zo’n col op te fietsen, of wil je eerst nog even je bochtenwerk oefenen? Aan het meer in het dal ligt een pumptrack waar jij, of je kinderen, even kunnen oefenen op hun bochtenwerk!

Réserve Naturelle Nationale du Néouvielle

In het Nationale Park Néouvielle kun je even genieten van de natuur van de Pyreneeën. Hier krijg je een fantastische doorsnede van de natuurlijke pracht en praal van het gebied. Ruige rotspartijen, bijzondere planten en dieren en natuurlijk kristalheldere meren. Heel veel meren zelfs. De Fransen noemen dit het land van de 2500 meren, al is dat aantal een beetje overdreven: het zijn er namelijk 70, waarvan er één aan de voet van de Col du Portet ligt. Wie van mountainbiken houdt, kan hier trouwens ook z’n hart ophalen!

Col de Tourmalet

De Tourmalet is een col waar we bijna niks over hoeven te zeggen. Geen enkele andere col zat zo vaak in de Tour de France als deze. Maar de berg bedwingen is niet alleen de moeite waard vanwege een stukje illustere wielertraditie. Boven is er genoeg te doen. De col zelf staat namelijk ook bekend om de prachtige uitzichten vanaf de haarspeldbochten én vanaf de col zelf. Maar stap gerust even af als je boven bent, want deze berg is -natuurlijk- een waar wielerwalhalla. En als je dan toch stil staat, neem de tijd en ga nog verder de berg op. Hoog op de Pic du Midi de Bigorre staat een oude sterrenwacht, waar je nog altijd een blik naar het heelal kan werpen. En dat mag -gelukkig- met de kabelbaan. 

Col d’Aubisque

De Col d’Aubisque is onder Nederlanders waarschijnlijk vooral bekend dankzij wielrenner Wim van Est en een reclameslogan van horlogemerk Pontiac. Tijdens de Tour van 1951 tuimelde Van Est tijdens de afdaling van de col in een ravijn. Hij kwam er wonderwel zonder kleerscheuren van af en zijn sponsor, Pontiac, maakte meteen handig gebruik van het moment door er slim op in te haken: "Zeventig meter viel ik diep, mijn hart stond stil, maar mijn Pontiac liep ... ." Nu hangt er een plaquette langs de route om Van Ests valpartij te herdenken. Dat is meteen ook een mooi kenmerk van deze col. De route loopt langs steile hellingen en er zitten wat scherpe bochten tussen. 

Col de Portet-d'Aspet

De Col de Portet-d'Aspet is beroemd en berucht. De klim naar de col is niet de allerzwaarste of langste, maar vooral het stuk tussen de top en Aspet is berucht. Wie vanuit Aspet omhoog gaat, krijgt te maken met venijnig steile stukken die een flinke aanslag op je kuiten zijn. Dalend is het niet veel makkelijker. In de scherpe bochten heb je heel wat stuurmanskunst nodig en op de stukken waar het steil naar beneden gaat, bereik je snel enorme snelheden. De afdaling naar Aspet was in de Tour de France van 1995 de plek waar Fabio Casartelli uit de bocht vloog en op weg naar het ziekenhuis aan zijn hoofdwonden bezweek. Op de plek waar Casartelli uit de bocht vloog, staat een monument ter nagedachtenis aan hem. Een mooie plek om bij het afdalen even af te stappen en stil te staan. 

Plateau de Beille

Het Plateau de Beille wordt vaak gezien als een indicator wie de Tour de France gaat winnen. De col is vaak de laatste grote beklimming van een Tour en in etappes waar de finish bovenaan deze col lag, was de winnaar ook vaak de gene die de gele trui naar Parijs droeg. Oftewel: een leuke col om eens een klein wedstrijdje met je fietsmaten te proberen. Al zeggen we er wel bij dat de berg vaak in de buitencategorie valt, dus weet waar je aan begint!