Fietsen in de hitte

Het is warm, erg warm deze zomer. Hoe hou je in die hitte je fietstochten toch nog een beetje vol? Met een paar tips, kom je wat beter door die plakkerige dagen heen. 

Van te voren: drinken!

Als je dorst hebt, ben je eigenlijk al te laat. Drink dus voordat je dorst hebt. Ga goed gehydrateerd op je fiets zitten en neem voldoende water mee. Ga uit van minstens twee bidons. Het kan een goed idee zijn om in een van die bidons een isotone drank te doen. Daarmee vul je niet alleen vocht, maar ook wat suikers en zouten aan. Soms is het fijn om de avond van te voren een bidon in de vriezer te leggen, als je die meeneemt onderweg ontdooit de inhoud vanzelf en is je water een stuk kouder! 

Van te voren: plan goed

Pas je route aan op de hitte. Hoe je het ook wendt of keert, je kunt bij extreem hoge temperaturen gewoon wat minder presteren. Dat betekent even niet een KOM halen, of de etappe van je tocht waar mogelijk inkorten. Kijk daarbij of je de route ook zo kan aanpassen dat je zo min mogelijk over open terrein fietst, en zo veel mogelijk door de schaduw. Niet alleen heb je daar minder last van de zon die op je kop brandt, ook het asfalt is er wat minder heet. 

Vertrek vroeg

Een oude wijsheid: de ochtend is het koelste deel van de dag, het einde van de middag is het warmste. Vertrek dus vroeg en zorg ervoor dat je tocht voorbij is op het heetste van de dag. Probeer in ieder geval de periode tussen 12.00 en 15.00u te vermijden, want dan staat de zon het hoogst en brandt die het felste. Maar vaak is het tot zo’n uur of 18.00 ook nog bloedheet. Het handigste is eigenlijk om je tocht zo te plannen dat je zo vroeg mogelijk vertrekt, zodat je voor die hele hete periode je etappe volledig hebt afgelegd en je niet meer verder hoeft te fietsen. Bijkomend voordeel: op veel plekken is de kans op onweer aan het einde van zo’n zomerse broeierige dag het grootst. Als je (ruim) voor die tijd binnen bent, is de kans dat je een onweersbui op je kop krijgt ook een stuk kleiner. 

Trek luchtige kleding aan

Geschikte kleding bij hitte, voert transpiratievocht goed af en laat voldoende lucht door zodat je ook nog een beetje ventilatie hebt. Vaak is dat technische kleding. Katoen is juist een afrader. Niet alleen is dat vaak dichtgeweven, maar het voert vocht slecht af. Ook handig: kies lichte kleuren en geen donkerblauw of zwart. 

Onderweg: doe rustig aan

We zeiden het al: je lichaam kan gewoon minder goed presteren als het erg warm is. Dwing jezelf dus niet om tot het uiterste te gaan, maar hou het een beetje rustig. Stap regelmatig af om wat (extra’s!) te drinken en op adem te komen. Let ook op je lichaamstemperatuur. Krijg je het onderweg té warm? Temporiseer dan even en stap af bij een schaduwrijk plekje waar je even af kan koelen.  

Bescherm je tegen de zon

Oftewel: smeren. Want voor je het weet, ben je flink verbrand. Gebruik dus een zonnebrandcrème met een flink hoge beschermingsfactor. Ben je lang onderweg? Dan moet je eigenlijk nog genoeg meenemen om je nog eens, of zelfs nog een paar keer in te smeren. En denk bij bescherming tegen de zon niet alleen aan je huid, maar ook aan je ogen. Een goede bril die je ogen tegen de zon beschermt is een must. 

Kijk uit met ijskoude dranken

Het kan verleidelijk zijn om een flinke plens ijskoud water in je gezicht te gooien als het echt warm is. En ja, je koelt er eventjes van af, maar op de langere termijn kan het zo zijn dat je juist meer opwarmt. Je lichaam reageert op zo’n koude plens door de haarvaten in je huid te vernauwen. En die haarvaten zijn juist belangrijk voor je lichaam bij het afvoeren van warmte. Oftewel: je hebt het eventjes wat kouder, maar daarna koelt je lichaam juist minder makkelijk af. Wat wel kan helpen: wat water, maar dus niet ijskoud, op je nek en polsen sprenkelen. Daar liggen grote bloedvaten dicht aan het oppervlak en het water helpt dan wél bij het verkoelen. 

Blijf eten! 

Deze is belangrijk. Je levert immers een flinke fysieke prestatie. Dat betekent dat je alle calorieën die je verbrandt, ook moet aanvullen! Ookal voel je je misschien niet zo hongerig, de honger komt wel! voorkom dus een hongerklop door op tijd te eten!