Afbeelding
Wat betekenen die categorieën van beklimmingen nou eigenlijk?
Bergcategorieën uitgelegd
Velen willen niets liever, anderen willen liever niet. Een échte beklimming zoals die in de Tour de France. En dan niet zomaar een hellinkje, maar een echte gecategoriseerde klim, waarop je je even in een bolletjestrui kan wanen. Maar hoe zit dat met die categorieën? En wanneer is een berg nu van de eerste of de ‘buitencategorie?’ We zochten het voor je uit.
De bergcategorieën
De bergcategorieën kennen we vooral uit het wielrennen, als we bij ritten door berggebieden horen over een peloton dat zich opmaakt voor een klim van de ‘buitencategorie’. En anders hoor je zulke bergcategorieën vaak terugkomen in verhalen van anderen. En hoewel dat allemaal klinkt alsof er iemand strikte richtlijnen heeft opgesteld over verschillende soorten bergen, is niets minder waar. De categorisering van de bergen, is niets meer dan een verzameling vuistregels. Daardoor kan een berg in de ene ronde in de tweede categorie vallen, maar in de andere in de derde categorie. Zelfs de organisatie van de Tour de France geeft op haar website geen harde criteria voor de categorieën die het grootste wielerevenement ter wereld hanteert en op internet kom je veel verschillende informatie tegen.
Het gaat dus allemaal om vuistregels. Oftewel: iedereen heeft min of meer een idee van wanneer een beklimming in een bepaalde categorie valt, maar er zijn heel wat variabelen. Er worden een aantal dingen meegewogen bij het bepalen van een categorie: het aantal hoogtemeters, de lengte van de klim, en het stijgingspercentage. Maar hoewel dat vaak harde cijfers zijn, is de manier waarmee ermee omgegaan wordt, nogal subjectief. En om het af te maken: soms wordt ook meegewogen op welk moment in een rit de berg beklommen wordt, en in het geval van een grote ronde zoals de Tour de France, wordt ook gekeken in welke étappe de beklimming plaatsvindt. Een Tourmalet aan het begin van een tocht, voelt heel anders dan aan het eind van een tocht en in de derde week van de Tour de France, voelt de Alpe d’Huez heel anders dan in de eerste week.
Beklimmingen van de 4e categorie
Deze beklimmingen zijn relatief makkelijk. Het aantal hoogtemeters is beperkt en de klim is kort. Vaak is de afstand zo rond de twee kilometer, met een stijgingspercentage van om en nabij de vijf procent. Als de klim langer is, kunnen beklimmingen met een lager stijgingspercentage ook in deze categorie vallen.
Beklimmingen van de 3e categorie
De derde categorie is zo’n categorie die moeilijk te bepalen is. Een korte klim van anderhalve kilometer met een stijgingspercentage van 10 procent kan in de derde categorie vallen, maar een lange klim van ongeveer tien kilometer met een stijgingspercentage van 5 procent ook.
Beklimmingen van de 2e categorie
Net als bij de beklimmingen van de derde categorie kunnen de beklimmingen van de tweede categorie kort en steil zijn, of minder steil, maar dan heel lang. Korte beklimmingen van vijf kilometer met een stijgingspercentage van acht procent, of juist vijftien kilometer lang zwoegen, bij vier procent.
Beklimmingen van de 1e categorie
De eerste categorie is de zwaarste categorie. Dit zijn lange beklimmingen, met grote stijgingspercentages. Soms wel tot twintig kilometer klimmen bij een percentage van vijf procent. Of korter, maar dan wel veel steiler.
Hors Categorie: de buitencategorie
Maar het kan erger dan de eerste categorie. Sommige beklimmingen zijn zo zwaar dat ze binnen geen enkele categorie passen. Het aantal hoogtemeters is groot, en het stijgingspercentage ook. Ga er op basis van de gemiddelden van de laatste jaren maar vanuit dat je toch zeker zestien kilometer lang aan het klimmen bent, bij een stijgingspercentage van meer dan zeven procent. Belangrijk aan het toekennen van de kwalificatie hors categorie is ook of de finish op de bergtop ligt. Soms wordt een klim uit de eerste categorie toch als buitencategorie aangemerkt, als de finish op de top van de berg ligt.